DE PIONIERS #2: LIEVEN ANNEMANS
“Je kunt stijgen op de geluksladder. Je kunt je brein trainen om gelukkig te zijn.”
Lieven Annemans koos het voorbije anderhalf jaar niet altijd de makkelijkste weg. Zijn visie over de aanpak van de coronacrisis viel niet overal in goede aarde, en hij kreeg behoorlijk wat tegenkanting te verwerken. Maar deze uitdagende tijd bracht ook mooie zaken, zoals zijn boek ‘Geluk vinden zonder het te zoeken’ en het vinden van vele gelijkgestemden, waarmee hij droomt over hoe de maatschappij van morgen vorm te geven.

“Het klinkt misschien naïef”, zegt Annemans, wanneer we hem treffen in zijn kantoor in UZ Gent, op de Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidskunde en Eerstelijnszorg, “dat dromen over een ideale wereld. Maar alles begint met een droom, een utopie. En overigens heb ik geen keuze, ik kan niet tegen onrechtvaardigheid. ‘Wie onrecht duldt, lokt onrecht uit’, luidt een Romeins gezegde, en daarom kan ik niet zwijgen, ook al is de tegenstand die je ervaart soms niet min.”
Veel meer dan een virologische crisis ervoer hij deze tijd als een maatschappelijke crisis. Het loopt parallel met de evolutie die hij als academicus doormaakte. “De eerste vijfentwintig jaar legde ik me toe op onderzoek naar gezondheid. Maar gaandeweg ontdekte ik dat gezondheid meer is dan medicatie, dat de omgeving van de patiënt ook zeer bepalend is en dus zijn of haar geluksgevoel. De laatste zes jaar heb ik me dan ook steeds meer toegelegd op onderzoek hiernaar.”
Geluk in het onderwijs en geluk op de werkplek, dat zijn de stokpaardjes die hij met zijn vakgroep bestrijkt. Zo wordt er onderzoek gedaan naar de impact van meditatie in scholen, van lessen ‘Emotionele Intelligentie’ aan bedrijfsleiders, of bijvoorbeeld ‘Geweldloze Communicatie’ aan werknemers. Het is pionierswerk, dat hem prikkelt omdat het zo uitdagend en nieuw is, en omdat de eerste resultaten veelbelovend lijken te zijn.
Geen land van melk en honing
Het is Annemans’ overtuiging dat voor een gelukkig leven allereerst de levensomstandigheden goed moeten zijn. Wie in armoede leeft, heeft niet de luxe om zich af te vragen of hij wel gelukkig is – daar spelen prioritair andere zorgen. In een ideale wereld leeft volgens Annemans iedereen in goede en menswaardige omstandigheden. “Daarnaast is het ook belangrijk dat je je vrij en veilig voelt. Een constante dreiging is niet goed voor het levensgeluk. Ook zijn goede, persoonlijke relaties van belang, en het feit dat je actief kunt deelnemen aan de maatschappij, een gevoel van ‘belonging’. Jezelf kunnen ontplooien, mogen leren en creëren, betekenis kunnen geven aan ons leven, spelen ook mee. Tot slot zou eenieder de toegang moeten hebben tot het maken van plezier, ruimte krijgen voor ontspannende activiteiten maar ook voor reflectie en rust.”
Het lijkt alsof we op dit vlak in het land van melk en honing leven, maar Annemans benadrukt dat dat helaas niet zo is voor iedereen. Er zijn nog steeds Belgen die gezondheidszorg uitstellen omdat het voor hen te duur is. Er zijn kinderen die het op school moeilijk hebben omdat ze geen laptop kunnen aanschaffen. “Onderwijs en gezondheidszorg zouden voor iedereen toegankelijk moeten zijn, en bovendien zo goed als gratis”, oppert Annemans. “Weet je dat 800.000 Belgen door deze crisis zich in een financieel precaire toestand zullen bevinden? Mijn droom is dat we in dit land niet meer zouden moeten spreken over armoede. Dat zou een doelstelling mogen zijn.”
Preventie
Over de gezondheidszorg, zowat het meest kapotgediscuteerde onderwerp van het voorbije jaar, heeft deze gezondheidseconoom natuurlijk ook een heldere visie. “Er is een shift nodig naar ‘voorkomen’ in plaats van ‘behandelen als het vaak pas te laat is’. Veel geld wordt momenteel uitgegeven aan bijvoorbeeld onnodige onderzoeken en overmedicatie. Dat budget zou men kunnen besteden aan meer investeringen in preventie. Om diverse redenen – betere synergie tussen zorgverleners onderling, steeds betere behandelingen en de mogelijkheden om met digitale technologie mensen op afstand te monitoren – berekende het Federaal Kenniscentrum dat men de ziekenhuisbedden met 20% kon terugsnoeien. Dat klopt volgens mij, mits men de middelen voor de omkadering van die ziekenhuisbedden niet evenredig terugsnoeit. Nog steeds zijn er handen te kort, staat het ziekenhuispersoneel enorm onder druk. Vandaar ook de vele burn-outs in deze sector. Daarnaast wordt de impact van ons geestelijk welbevinden op onze gezondheid in de medische wereld nog steeds erg onderschat.”
Geluksladder
Tot hier een aantal omstandigheden die de staat als hefboom en katalysator kan creëren voor het verhogen van het geluk. Maar wat kunnen we daarnaast zelf doen? Annemans: “Vaak wordt aangenomen dat je met een bepaald geluksniveau wordt geboren, en dat je hier niet veel aan kunt doen. Maar dit klopt niet. De neuroplasticiteit van onze hersenen maakt dat je je brein kunt trainen tot een groter geluksgevoel. Dat je dus met andere woorden kunt stijgen op de geluksladder.”
En hoe doe je dat? Annemans’ inzicht ontstond zoals zo vaak gebeurt door eigen ondervinding. Al vele jaren praktiseert hij transcendente meditatie. “Ik ondervond dat ik hierdoor minder snel uit mijn lood werd geslagen, milder werd in de omgang met andere mensen. Dat is precies ook wat uit onderzoeken nu naar voor komt: kinderen die leren te mediteren blijken beter te scoren wat betreft emotionele regulatie (het leren kennen van en omgaan met hun emoties) en emotionele resonantie (het empathisch vermogen naar de ander toe). Vanaf twaalf weken meditatie begint men een positief effect te zien bij schoolkinderen. In onze eigen studie zag men op een kortere periode dan 12 weken nog niet veel bewegen. Wel vonden we grote verschillen van klas tot klas. Wat blijkt? De interesse en intentie van de leerkracht is heel bepalend. Wie positief tegenover dit project stond, bleek bij zijn of haar leerlingen veel meer effect te bereiken.”
"Kinderen die leren te mediteren blijken beter te scoren wat betreft emotionele regulatie en emotionele resonantie."
Waarom vindt Annemans dit zo belangrijk? Omdat kinderen natuurlijk de bouwstenen zijn van de maatschappij van morgen. Wil je een betere wereld neerzetten, dan moet je dit vanaf het prille begin aan de wortels aanpakken. Warmere scholen, daar droomt hij van, waar het welzijn van de kinderen even belangrijk is als de cognitieve uitdagingen die ze elke dag krijgen te verwerken. “Het concept ‘warme school’ bestaat al en stilaan groeit het besef dat kinderen die zich beter in hun vel voelen, beter met elkaar omgaan en ook beter presteren. Voorheen geloofde men niet dat leervermogen dusdanig gerelateerd is aan welzijn.” Graag zou hij ook aan zijn studenten het vak ‘Geluk’ doceren. “Wat is er mooier dan jongeren de hefbomen meegeven voor een gelukkiger leven?”
Rimpeleffect
Er is een gezegde dat gaat als volgt: ‘Waarlijk spiritueel is degene die een boom plant voor de volgende generatie.’ Je zult er misschien zelf nooit onder zitten, maar toch voelt het goed om dit te doen. Dit komt neer op altruïsme, het thema waarover Matthieu Ricard het ook heeft in zijn lijvige boek, dat Annemans meermaals aanhaalt in het zijne. “Onderzoek wijst uit dat altruïstische mensen gelukkiger zijn dan wie veeleer egoïstisch in het leven staat. Al mag je daar natuurlijk niet in doorschieten – je moet ook nog je eigen grenzen bewaken en je niet onderwerpen aan de grillen van de ander.”
Hoe meer gelukkige mensen er in een maatschappij zijn, hoe meer vrij deze maatschappij is van haat en criminaliteit, zo blijkt. Elk van ons kan meewerken aan deze positieve spiraal, soms met een hele kleine daad, een compliment. “Ik zal dit illustreren met een kleine anekdote uit het boek Chicken Soup for the Soul. Een man neemt een taxi en geeft na de rit het compliment aan de chauffeur dat hij hem zo vlot ter bestemming bracht. De taxichauffeur vindt dit vreemd, hij voerde toch louter zijn job uit? De passagier legt uit waarom hij dit doet. Zijn vriendelijkheid werkt immers besmettelijk. Want als deze taxichauffeur met een goed gevoel thuiskomt, geeft hij zijn vrouw misschien ook een mooi compliment, waarna zij ook weer verder positiviteit kan verspreiden. Het is een rimpeleffect, waar we allemaal kunnen aan bijdragen. Geluk kan men vermenigvuldigen door het te delen, schreef Gilbert Cesbron.”
Handvaten voor een gelukkiger leven
Gelooft Annemans dan dat de meeste mensen deugen? Loopt hij soms zelf geen blauwtje op, ondanks die positieve instelling? “Ja, natuurlijk gebeurt dat wel eens. Maar door de band kunnen we zeggen dat slechts 1 à 2 procent van de bevolking echt niet aan te zetten is tot gewetensvol gedrag, omdat men met een bepaalde stoornis werd geboren, of in de prille jeugd met erg traumatische ervaringen te maken kreeg. Ik spreek dan over narcistische persoonlijkheidskenmerken of psychopathie. Maar de meeste mensen deugen dus, ik geloof niet in wat Dostojevsky zei dat tachtig procent van de mensen idioten zijn.”
Ietwat ironisch zeg ik dat ik hier toch soms aan twijfel in onze erg gepolariseerde maatschappij. Annemans: “Dat is omdat we momenteel niet in een normale situatie verkeren. Veel mensen lopen al een hele tijd op de toppen van hun tenen, zijn snel geïrriteerd of tonen agressief gedrag. De crisis en de constante injectie van angst, hebben hier hun tol geëist. Mensen zitten vast in een soort overlevingsmodus, in permanente stress. Ze vinden moeilijk nog de modus terug van rust, reflectie en plezier.”
Om dit beter te begrijpen legt Annemans uit hoe dit neurologisch ineenzit. Mensen die in angst verkeren, te weinig slapen of een te jachtig leven leiden, worden enerzijds gedomineerd door hun reptielenbrein, dat kiest voor vluchten, verstoppen of vechten, anderzijds door hun limbisch systeem, dat heel makkelijk negatief te conditioneren valt. “Dergelijke mensen spreken vaak in termen van ‘altijd’, ‘nooit’ en gebruiken ook wel eens vaker het woord ‘haat’. Ze zien overal gevaar, maar dit gevoel vertrekt van binnenuit.”
Hoe zet je dit dan om in weer een positiever levensgevoel? Annemans: “Hiervoor doen we beroep op de ontwikkeling van de prefrontale cortex. Dit is de plek die ons doet reflecteren, waarmee we terugkeren naar de ‘peace of mind’. De handvaten hiertoe hebben we zelf in handen, onder meer goed slapen, mediteren, in de natuur vertoeven en creëren, in welke vorm dan ook, zorgen dat de prefrontale cortex geactiveerd wordt.”
Of hoe het brein kneedbaar is, en geluk deels maakbaar is, als je bereid bent hier bewust op in te zetten. Met andere woorden: oefening baart geluk.
Meer lezen?

‘Geluk vinden zonder het te zoeken’, Lieven Annemans, Borgerhoff & Lamberigts, 2021