Mattias Desmet22 jan. 20222 minuten om te lezenEr gloort een pril en fris nieuw samenleven aan de einder Ik ga morgen voor het eerst in mijn leven betogen. Of moet ik 'demonstreren' zeggen. Of misschien nog beter: ik ga verbinden met mensen die met mij een bepaalde intuïtie delen. Het is goed om ook op die manier een uitspraak te doen in de publieke ruimte. Die uitspraak komt voor mij ongeveer hierop neer: het nieuwe normaal is niet normaal, het is absurditeit ten top. Dat wil niet zeggen dat ik terug wil naar het oude normaal - dat wil ik uitdrukkelijk niet. Het wil wel zeggen dat het nieuwe normaal niet noodzakelijk een technocratisch-transhumanistisch nieuw normaal moet zijn. Er zijn andere manieren om het oude normaal te boven te komen dan de 'grootschalige menshouderij' met opgedrongen vaccinatieprogramma's en half verdoken socialcreditsystemen. Er is een nieuw normaal mogelijk waarin we - om maar iets te zeggen - de bullshitjobs achterwege laten, ons bankensysteem grondig herzien en industrialisatie en technologiegebruik terug tot vruchtbare en menselijke proporties herleiden. En vooral: een nieuw normaal ook waarin het belang van oprecht spreken erkend wordt, in tegenstelling tot vormen van spreken waarvan iedereen voelt dat ze in het beste geval voortkomen uit angst en kleinmenselijkheid, en in het slechtste geval ronduit hol en bedrieglijk zijn, instrumenten van manipulatie en misleiding. We gaan ons samen moeten openstellen voor dat menselijke nieuwe normaal. En we gaan beginnen met morgen samen te komen en de verbondenheid te voelen - verbondenheid in het aanvoelen dat de wereld het punt nadert waarop we een oud systeem definitief achter ons laten en er een pril en fris, nieuw samenleven gloort aan de einder. Hoe lang de nacht nog duurt voor dat werkelijkheid wordt, weten we niet zeker. En we moeten het ook niet zeker weten. Het enige waarover we zekerheid kunnen hebben in dit leven, is dat we ons aan de tijdloze principes van menselijkheid kunnen vasthouden. Men kan ons inkomen afnemen, men kan ons de toegang tot van alles en nog wat verbieden, men kan ons zelfs nog meer ontnemen, maar we gaan niet toelaten dat men onze menselijkheid afneemt. Het is dat wat we morgen kunnen tonen: er zijn mensen voor wie de principes van het mens zijn nog altijd bestaan en die hen op een hernieuwde manier centraal willen stellen in de samenleving.
Ik ga morgen voor het eerst in mijn leven betogen. Of moet ik 'demonstreren' zeggen. Of misschien nog beter: ik ga verbinden met mensen die met mij een bepaalde intuïtie delen. Het is goed om ook op die manier een uitspraak te doen in de publieke ruimte. Die uitspraak komt voor mij ongeveer hierop neer: het nieuwe normaal is niet normaal, het is absurditeit ten top. Dat wil niet zeggen dat ik terug wil naar het oude normaal - dat wil ik uitdrukkelijk niet. Het wil wel zeggen dat het nieuwe normaal niet noodzakelijk een technocratisch-transhumanistisch nieuw normaal moet zijn. Er zijn andere manieren om het oude normaal te boven te komen dan de 'grootschalige menshouderij' met opgedrongen vaccinatieprogramma's en half verdoken socialcreditsystemen. Er is een nieuw normaal mogelijk waarin we - om maar iets te zeggen - de bullshitjobs achterwege laten, ons bankensysteem grondig herzien en industrialisatie en technologiegebruik terug tot vruchtbare en menselijke proporties herleiden. En vooral: een nieuw normaal ook waarin het belang van oprecht spreken erkend wordt, in tegenstelling tot vormen van spreken waarvan iedereen voelt dat ze in het beste geval voortkomen uit angst en kleinmenselijkheid, en in het slechtste geval ronduit hol en bedrieglijk zijn, instrumenten van manipulatie en misleiding. We gaan ons samen moeten openstellen voor dat menselijke nieuwe normaal. En we gaan beginnen met morgen samen te komen en de verbondenheid te voelen - verbondenheid in het aanvoelen dat de wereld het punt nadert waarop we een oud systeem definitief achter ons laten en er een pril en fris, nieuw samenleven gloort aan de einder. Hoe lang de nacht nog duurt voor dat werkelijkheid wordt, weten we niet zeker. En we moeten het ook niet zeker weten. Het enige waarover we zekerheid kunnen hebben in dit leven, is dat we ons aan de tijdloze principes van menselijkheid kunnen vasthouden. Men kan ons inkomen afnemen, men kan ons de toegang tot van alles en nog wat verbieden, men kan ons zelfs nog meer ontnemen, maar we gaan niet toelaten dat men onze menselijkheid afneemt. Het is dat wat we morgen kunnen tonen: er zijn mensen voor wie de principes van het mens zijn nog altijd bestaan en die hen op een hernieuwde manier centraal willen stellen in de samenleving.