Een tijd van afscheid nemen
Mijn pen zat een hele tijd opgesloten. Alsof er een tijdbom lag onder elke letter die ik zou schrijven. Zwijgen was mijn hart beschermen, mijn ziel vrijwaren van de giftige aanvallen die het voorbije jaar zo talrijk waren. Maar wat is een schrijver die niet meer schrijft? Wat als je de bron die zo graag overloopt, afsluit? Wat gebeurt er dan, daar waar alle drift en verlangen zich ophoopt? Dus ik schrijf opnieuw. Ik spreek weer. Ik vraag hierbij bescherming voor mijn tere hart.

Hooggevoelige mensen als ik zijn uitermate conflictvermijdend. Negatieve, vijandige energie maakt ons ziek, mentaal en fysiek. Het is een voortdurend afwegen tussen soevereiniteit en authenticiteit bewaren en je uitspreken, en voorkomen dat je te veel averij oploopt, niet leegloopt. Gelukkig zijn mijn skills om op te laden en af te schermen, het voorbije jaar enorm toegenomen. We hebben al danig kunnen oefenen, niet? Wanneer de uitdagingen het grootst zijn, wordt ons volledige potentieel naar boven gestuwd.
Maar nu, hier: stilteretraite in een Ardeens klooster. De gastvrijheid is groot, het grote virusmonster ver weg. Hier heerst universele liefde en een hoge trilling. Zal dit een van de refuges blijven waar het hart het wint van de angst en de regels? Zal ik hier blijvend welkom zijn? Of komt er een dag waarop ik hier de toegang zal worden ontzegd, wegens niet in het bezit van de juiste code? Zal hier, op deze plek waar ik al meer dan tien jaar contempleer, mediteer, schrijf, lees en schilder – plots de deur dicht blijven? Moet ik hier en nu misschien afscheid nemen? Zal het mijn laatste verblijf zijn?
Leven voelt de laatste weken als talloze keren afscheid nemen. Van vele oude vertrouwde plekken. Misschien wel het laatste restaurantbezoek, misschien wel het laatste cafébezoek, misschien wel het laatste museumbezoek, misschien wel de laatste treinreis. Het surrealisme is groot en toch weet ik dat ik op dit moment de rotvaart waarmee de maatschappij een helse, hallucinante richting uitgaat, niet kan tegenhouden. Op dit moment niet. Nu nog niet.
In Frankrijk, de plek waar we binnenkort – als het god en Macron belieft – nog even heen reizen, is het reeds zover. De toegang tot al onze vertrouwde plekken zal ons worden ontzegd, wegens recalcitrantie, wegens tweederangsburgerschap. Wij behoren nu tot de burgers die ‘niet in orde zijn’, die zich verzetten, die zich niet aanpassen, omdat hun zelfbeschikking, hun gezondheid, hun lichamelijke integriteit, hun hoogste goed is - dat ze vaak in het verleden stevig en vooral helemaal op eigen kracht hebben moeten bevechten.
Dat restaurant waar we al twintig jaar komen, dat terrasje waar we zo graag genieten van het uitzicht, daar blijft nu allicht de deur gesloten. La Vita è bella-gewijs zullen we er voor onze jongste een vleug van vrolijkheid en humor overheen gieten – dat de mensheid een beetje gek is geworden, dat het ooit weer goedkomt, dat we het vooral zelf leuk moeten maken, op de meest inventieve, creatieve wijze. Als we niet meer welkom zijn op recreatieve plekken, dan creëren we ze zelf – als we niet meer gezellig uit eten mogen gaan, dan maken we die huiskamerrestaurants des te gezelliger, met vrienden en gelijkgestemden. Of het zal werken? Dat weet ik niet. Onze bewuste kinderen zijn bijzonder slecht te bedotten en hebben veel te rap in het snotje dat er iets fundamenteel niet klopt.
Hoe pijnlijk het allemaal ook is, ik weet dat deze bizarre stuiptrekkingen tevens de barensweeën zijn van de nieuwe tijd. Dat er geen hergeboorte bestaat zonder afscheid en doorleefde rouw, geen nieuw begin zonder het loslaten van onze oude vertrouwde gewoontes en overtuigingen. Je kunt niet vervellen, zonder je bloot te stellen, zonder diep te doorvoelen – zowel de vreugde als de pijn. De machteloosheid die ik het voorbije jaar heb ervaren was soms immens, de demoralisering soms ondraaglijk om te aanschouwen. Maar het leerde me ook mildheid, nederigheid, acceptatie. Dat elk zijn pad en proces heeft, en dat je dit niet zomaar kunt versnellen. Je kunt alleen aanreiken, hopen dat het opgepikt wordt – net zoals wij op een dag de kans kregen en grepen om in te tunen op een nieuwe frequentie, van een ruimer bewustzijn. Te midden van een dolgedraaide, gedesoriënteerde wereld overheerst bij mij nu vooral dankbaarheid. Dankbaar omdat we hier en nu mogen zijn, leren, liefhebben en verbinden. The world is in turmoil, but our hearts practice the purest love ever.