Brief uit Kaapstad

Gepakt met een laptop en ideeën voor een nieuw boek reis ik samen met een geweldige groep vrouwen enkele weken rond in de omgeving van Kaapstad. We verbinden ons in de wakkere veronderstelling dat Zuid-Afrika meer dan ooit een plek is om ons door te laten inspireren, vanuit wederzijdse verbinding en uitwisseling.
En geïnspireerd zijn we. Want al snel blijkt dat er geen andere manier is om Kaapstad te verkennen dan met je neus op de feiten. Kort na onze aankomst trekken we richting Kaap de Goede Hoop. Het is een van de mooiste plekken van Zuidelijk Afrika. Maar de geschiedenis hangt er als een onzichtbare mist over het landschap. De bewoners ademen dagelijks verhalen uit een ver verleden en de natuur voedt zich met de schimmige dauw van wat de streek meemaakte. Onder de wilde golven van de woeste kustlijn herinneren tientallen scheepswrakken aan onopgeloste confrontaties waarin mensen zich tegen elkaar keerden. Maar ook aan sterke windstoten en de zinderende onderstroom van twee oceanen die elkaar aantrekken, dan weer afstoten nieuwkomers moeiteloos de metershoge golven of het land in joegen. Er worden nog veel verhalen gedeeld over een complexe geschiedenis die zichzelf maar blijft schrijven.
Het trauma van de kolonisatie en de apartheid is overal aanwezig. En toch. In het trauma lonkt hier en daar herstel. In de moeilijke gesprekken die men met stijgende vastberadenheid voert en in de talrijke, innovatieve initiatieven die opborrelen uit de melting pot die de hele Zuid-Afrikaanse regio is, kiemt de euvele moed om het verleden een plaats te geven door naar de toekomst te kijken. ‘We zijn meer dan onze verhalen,’ klinkt het nog schuchter maar wel hoorbaar vanuit het collectief. Die stemmen zijn de kiemen van een nieuwe realiteit. Namelijk die van een Zuid-Afrika dat zichzelf voorbij het trauma en vanuit sterktes, mogelijkheden en originele waarden op de kaart zet. Een samenleving die niet meer wenst te rennen op wegen die een verleden, dan wel een internationale gemeenschap aanwijst, maar fier rechtop de weg opgaat die het zelf kiest.
Het trauma van de kolonisatie en de apartheid is overal aanwezig.
We kunnen daar iets van leren. Als we vanuit Europa naar dergelijke plekken kijken zien we doorgaans contexten die met onze hulp ontwikkeld moeten worden. Wel, draai dat gerust eens om. Het is als met mensen: in de ander zie je vooral jezelf. En hoe wij ons in de Zuid-Afrikaanse cultuur kunnen (h)erkennen is dat niet zozeer zij maar ook en vooral wij in ‘het Westen’ een en ander aan te pakken hebben als het gaat over collectieve traumaverwerking en ontwikkeling. Want niet enkel een plek die een intense, gruwelijke periode van overheersing en segregatie achter de rug heeft, heeft iets door te slikken. Ook en bovenal culturen waar een streven naar superioriteit en controle de bovenhand nam en neemt, kijken best eens naar wat scheef liep in het verleden en wat de gevolgen vandaag zijn. ‘Er bestaat zoiets als het trauma van de onderdrukking en er is het trauma van het onderdrukken,’ zegt een vrouw uit Kaapstad me, naast wie ik al pratend op een warme middag door de botanische tuin van Kirstenbosch wandel. ‘En dus,’ vraagt ze heel rustig: ‘kunnen jullie naar jullie eigen trauma’s kijken? Kunnen jullie dat?’
Ze heeft meer dan een punt. We staan op de breuklijn van een nieuwe tijd. Waar ligt onze loyaliteit? Kijken we achterom en houden we oude patronen van suprematie dan wel onderdrukking in stand, door deze krampachtig te laten groeien tot de dwingende constructies die ze vandaag zijn en die het dagdagelijkse reilen en zeilen bepalen? Of erkennen we dat we kinderen zijn van alle tijden die voor ons kwamen, herdefiniëren we het verleden en onze patronen, zodat we van daaruit het hoofd richting een toekomst kunnen draaien waarin nieuwe perspectieven en alternatieve mogelijkheden zichtbaar worden? Kunnen we onze verbinding met oude gewoontes, met elkaar en de omgeving een nieuwe, zinvolle invulling geven en daarbij ook evolueren naar een respectvollere omgang met de dood? Waar ligt onze verantwoordelijkheid? Waarin zit leven? Er is een tijd van omkijken en vasthouden en er is een tijd van loslaten en groei. Zij die dat ritme begrijpen nemen de weg vooruit.
In die zin zijn plekken als Zuid-Afrika in de eerste plaats een inspiratiebron en niet een van de vele ruimtes waar wij spreekwoordelijke vlaggen denken te moeten planten over wat dan ook. Het is er geen utopia. De realiteit is er hard, de context vraagt om een alertheid die onze westerse krachten meestal te boven gaat. Maar toch en net dat: de route van Kaapstad naar het zuiden gaat door glooiende heuvels die gedijen in de schaduw van de altijd aanwezige Tafelberg. Aan de zijlijn lonkt de oneindigheid van een oceaan. Waar je ook staat, je wordt met je neus op het leven gedrukt. Soms buldert de natuur, soms is ze zacht en stil, maar ze is altijd aanwezig. De energie is anders. Er hangt een zinderende sfeer van hergeboorte. Ondanks het zware verleden stroomt het leven. Men vertelt er veel verhalen die nieuwe realiteiten inhouden. De schaduw van het trauma bestaat naast het aangeboren vermogen om in het moment te staan en daarvan te genieten. Met een hervonden naturel maakt men er zich de kunst weer eigen om te laveren tussen licht en donker. Heel vaak blijkt dat levenslust en nataliteit er echt de beste vormen van rebellie mogen zijn. Laat vooral dat de essentiële rimpel in de vijver van de wereld zijn.
“I am because we are. And because we are, you are. Do we dare to see that? Do we bare to be that?”